Hoogbegaafd
Anneke Bezem
Hoogbegaafd
01/23/2025
7 min

Hoogbegaafd en school

01/23/2025
7 min

Hoogbegaafd en school

Dit blog Hoogbegaafd en School geeft inzicht in Hoogbegaafd en School aan ouders van hoogbegaafde kinderen of het vermoeden van een hoogbegaafd kind.

Iedereen gelijk?!

Een leraar in het grote bos roept alle leerlingen bij elkaar. Daar zijn ze; de krokodil, de aap, de slang, de vis, de vogel, de ijsbeer en de leeuw.
Het grote rechtvaardigheidsgevoel van de leraar brengt hem tot de volgenden uitspraak: `Jullie zijn voor mij allemaal gelijk`.
Daarom wil ik jullie gelijk behandelen. Ik heb besloten om jullie allemaal dezelfde opdracht te geven: Klim in de boom`.

Elke leerling heeft een eigen cognitieve stijl.

De leraar deed zijn best om  alle leerlingen gelijk te behandelen.

Maar elke leerling heeft zijn eigen cognitieve stijl. Een cognitieve stijl geeft de manier aan waarop mensen denken, leren, waarnemen, informatie verwerken en problemen oplossen.

Het is een aspect van iemands persoonlijkheid.


Wat betekent hoogbegaafdheid?

Hoogbegaafdheid is een hoge mate van intelligentie. Hoogbegaafde kinderen denken anders, leren anders, communiceren anders en voelen zich anders.
Door het vroegtijdig herkennen en erkennen van hoogbegaafdheid kunnen veel (leer)problemen worden voorkomen. Hoogbegaafdheid op zich hoeft geen problemen te geven. Het is juist belangrijk de talenten van hoogbegaafden te benutten en optimaal te ontwikkelen. Het snelle en associatieve denken zal creatieve en originele oplossingen bevorderen. Door te werken vanuit het geheel heeft een hoogbegaafde het overzicht en kan daardoor snel logische verbanden en oplossingen `zien`. Maar nu nog uitleggen hoe je tot de oplossing komt…

Wat betekent hoogbegaafdheid?

Nog altijd zijn er discussies over het begrip `hoogbegaafdheid`.
De intelligentie van mensen kan middels een IQ-test, zoals de WISC-V, worden vastgesteld.
Maar al te vaak blijkt een hoge intelligentiescore niet te leiden tot een succesvolle schoolcarrière. Integendeel zelfs: veel hoogbegaafde kinderen lopen vast in het onderwijs en glijden in het voortgezet onderwijs van vwo-/gymnasiumniveau naar havo- of zelfs vmbo-niveau.

Wanneer Hoogbegaafd?

Hoogbegaafdheid zou, volgens Professor F.Mönks, pas opgaan als zowel het intelligentieniveau als nog twee andere persoonlijkheidskenmerken aanwezig zijn bij een kind:

  • Hoge intellectuele capaciteiten (IQ > 130). Dit betreft 2,4 % van de bevolking.
  • Doorzettingsvermogen om een taak te volbrengen.
  • Creativiteit; het op originele wijze oplossen of bedenken van problemen.

Hierbij spelen tevens de sociaal-emotionele vaardigheden een belangrijke rol voor een effectieve communicatie en omgang met de omgeving.

De sociale omgeving moet ruimte bieden aan het hoogbegaafde kind.

Gevolg hiervan is dat indien de sociale omgeving geen ruimte biedt aan een hoogbegaafd kind om zich te ontwikkelen, de hoogbegaafdheid zich niet zal manifesteren, zelfs zal verdwijnen. Tevens is het dus zo dat indien sowieso een van de drie kenmerken bij een kind ontbreekt, de hoogbegaafdheid niet mogelijk is.

Van de weinige hoogintelligente mensen in onze samenleving zou, volgens onderzoek, maar 10% werkelijk als hoogbegaafd kunnen worden aangemerkt.

Beelddenken en hoogbegaafdheid

Om snel te kunnen denken, moet je in beelden denken (32 beelden per seconde) in plaats van in taal (2 woorden per seconde). Alleen door het in beelden denken, heb je snel overzicht, kun je gehelen overzien, ontdek je verbanden en kom je tot een passende, soms originele oplossing. Hoogbegaafde mensen zijn dus altijd in staat om in beelden te denken. Alleen zo kunnen zij snel en oplossingsgericht denken. In principe gebruiken deze mensen het beelddenken als voorkeursdenken bij het oplossen van problemen.

Is een hoogbegaafde Taaldenker of beelddenker?

Daarnaast kan een hoogbegaafde ook het taaldenken benutten. Het taaldenken kan naast het beelddenken geïntegreerd zijn: immers taal is nodig in het onderwijs en in de talige maatschappij. Een hoogbegaafde kan makkelijk overschakelen van beelddenken naar taaldenken en andersom. Het kind zal de cognitieve stijl hanteren die op dat moment hat handigst is. Het kunnen overschakelen van taal- naar beelddenken naar gelang de situatie geeft iemand een enorme bagage: je kunt zowel snel, creatief denken, als logisch, analytisch.

Taaldenken niet kunnen integreren.

Hoogbegaafde kinderen die het taaldenken niet kunnen integreren, ondervinden vaak problemen bij het lezen,  spellen, het begrijpend lezen.

Loopt een hoogbegaafde vast met taal, dan kan er sprake zijn van een oog-samenwerkings-probleem. Het is belangrijk om te onderzoeken of daar een probleem zit.

Een hoogbegaafde kan beelddenken en taaldenken.

Bij hoogbegaafde kinderen die zowel in beelden als in taal kunnen denken, is het doorzettingsvermogen van belang om tot succes te komen.

Jonge, hoogbegaafde kinderen die niet geleerd hebben om door te zetten, kunnen vastlopen in het automatiserende onderwijs. Zij gaan dan onderpresteren.

Beelddenken of taaldenken?

Kenmerken onderpresteren:

Elke onderpresteerder hoeft niet alle onderstaande kenmerken te vertonen.

  • Ze zijn niet gewend moeite te doen om succes te behalen. Het lukte altijd wel op de intelligentie.
  • Ze zijn moeilijk aan het werk te krijgen en vinden het lastig om een taak vol te houden.
  • Ze maken onnodige fouten. Er zit een neerwaartse lijn in hun prestaties.
  • Ze bereiden hun huiswerk niet of nauwelijks voor.
  • Ze hebben slechte leer- en werkstrategieën en een hekel aan automatiseren.
  • Ze verzetten zich tegen autoriteit of ze zijn juist heel sociaal wenselijk.
  • Ze zijn snel afgeleid en hebben een slechte concentratie. Ze hebben hun aandacht niet bij de les of zijn met andere dingen bezig.
  • Ze wijzen verantwoordelijkheid af en nemen geen verantwoordelijkheid voor hun eigen gedrag.
  • Zij zoeken de oorzaak van slechte resultaten buiten zichzelf.
  • Ze stellen minder snel vragen.
  • Prestaties zijn gelijk aan het gemiddelde niveau of zelfs lager.
  • Ze gaan zich aanpassen aan de groep.
  • Ze gedragen zich op school jonger dan thuis.
  • Ze laten thuis emotioneel en gefrustreerd gedrag zien.
  • Ze kunnen weer in hun broek gaan plassen.
  • Ze presteren beter bij mondelinge overhoringen dan schriftelijke.
  • Ze vertonen uitstelgedrag.
  • Ze hebben een negatief zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Ze zijn zelf ook ontevreden over hun prestaties.
  • Ze kunnen faalangst ontwikkelen.

Oorzaken van onderpresteren:

Er kunnen verschillende oorzaken zijn dat kinderen gaan onderpresteren.

  • Bij gebrek aan uitdaging; als een leerling lange tijd onder zijn niveau werkt ontstaat er verveling. Daardoor ontwikkelt het kind een motivatieprobleem.
  • Ze kunnen geen controle meer uitoefenen op het leerproces doordat de taken te makkelijk zijn of de leerkracht te veel sturing geeft.
  • Ze gaan zich aanpassen aan het niveau en gedrag van de groep.
  • Onderpresteren kan als verdedigingsmechanisme worden ingezet om niet op te vallen binnen de groep.
  • Een hoogbegaafde kind werkt vanuit het geheel (topdown) net als een beelddenker. Het talige onderwijs sluit hier vaak niet bij aan. Daardoor ontwikkelt hij een slechte leer- en werkstrategie.
  • Doordat het hoogbegaafde kind zich vaak onbegrepen voelt, is hij niet in balans. School is niet meer leuk. Het voorbeeld wordt weleens gegeven dat een hoogbegaafde kind zich voelt als een volwassene in een kleuterklas.

Een hoogbegaafde ontwikkelt een verkeerd zelfbeeld.

Het kind ervaart dat het niet aan de verwachtingen voldoet. Hij denkt dat hij anderen teleurstelt. Het is verstandig om dit zelfbeeld te verbeteren. Onderpresteerders kunnen depressief, perfectionistisch of faalangstig worden. Sommigen ontwikkelen angsten en krijgen buikklachten. Ze kunnen in een sociaal isolement terechtkomen.

Begeleiding bij hoogbegaafdheid.

Onderpresteerders hebben begeleiding nodig om te leren leren. Verder mag het kind zijn wie hij is met al zijn talenten en kwaliteiten.

Samengevat:

Een hoogbegaafde kind leert anders, hij verwerkt informatie vanuit het geheel, net als een beelddenker. Dit sluit niet goed aan bij het talige onderwijs. Als het hoogbegaafde kind zich niet erkend voelt, zal hij onderpresteren en mogelijk een verkeerd zelfbeeld en faalangst ontwikkelen. Hij voelt zich als een volwassene in een kleuterklas.

Intelligentieonderzoek

Binet ontwierp een intelligentietest waarmee hij de intelligentieleeftijd van een kind vaststelde. Wanneer de intelligentieleeftijd wordt gedeeld door de werkelijke leeftijd (en met 100 vermenigvuldigd) dan krijg je het IQ. Dit IQ is normaal verdeeld met een gemiddelde dat op 100 is gesteld. Zo is de Stanford-Binet intelligentieschaal ontwikkeld.


Kenmerken hoogbegaafde mensen:

  • ongewone interesses en een levendige verbeelding hebben;
  • ze hebben een grote feitenkennis;
  • ze komen in een één-op-één-gesprek welbespraakt en intelligent naar voren;
  • ze begrijpen en onthouden informatie goed als ze geïnteresseerd zijn;
  • ze zijn gevoelig;
  • ze hebben een grote ontdekkingsdrang en creativiteit;
  • een goed geheugen;
  • een bovengemiddeld taalgebruik;
  • een goede concentratie;
  • een taakgerichte instelling;
  • een intrinsiek aanwezige gemotiveerdheid;
  • leerhonger;
  • intense emoties en een eigen willetje;
  • een hoog doorzettingsvermogen;
  • goede scores op de schooltoetsen;
  • over een opvallend brede interesse en algemene kennis beschikken;
  • een goed voorstellingsvermogen hebben;
  • een goede verbeelding hebben;
  • flexibel, creatief en origineel tot oplossingen komen;
  • autodidactisch vermogen, dit betekent zichzelf dingen aan kunnen leren;
  • veel initiatieven nemen;
  • snel, met grote gedachtesprongen kunnen denken;
  • logisch kunnen denken;
  • goed kunnen observeren;
  • snel verbanden kunnen leggen;
  • snel oorzaak-gevolg-relaties aan kunnen geven;
  • goed ruimtelijk inzicht;
  • specifieke interesses hebben (hobby);
  • gericht en kritisch vragen kunnen stellen;
  • een onderzoekende, experimenterende houding;
  • originele humor hebben;
  • een hoge mate van onafhankelijkheid en zelfontplooiing tonen;
  • gevoelig en inlevend omgaan met en reageren op sociale en interpersoonlijke relaties;
  • ze vinden weinig aansluiting bij leeftijdsgenoten;
  • ze zijn zich snel bewust van gevaar en daardoor bezorgd;
  • gevoelig voor prikkels;
  • snelle motorische ontwikkeling.

Laatste wetenschappelijke inzichten van de visuele cognitieve stijl (beelddenken).

Spatial versus Object visualizers

Bartlett (1932), Paivio (1971) en Richardson (1977) waren de eersten die spraken van de cognitieve stijlen: visualizers (beelddenken) versus verbalizers (taaldenken).
De visualizer (beelddenker) werkt vanuit het geheel met beelden.
De verbalizer (taaldenker) werkt vanuit analyse met taal.

Het wetenschapsteam Maria Kozhevnikov (Rutgers University), Stephen Kosslyn en Jennifer Sephard (Harvard University, 2005) heeft zich gericht op de cognitieve stijlen: de visualizer-verbalizer ( Kirby, Moore & Shofield, 1988; Paivio, 1971; A.Richardson, 1977; Riding & Cheema, 1991).

Kozhevnikov en haar team onderscheiden niet alleen `verbalizers` en `visualizers’ , maar vonden verschillen in cognitief functioneren bij de visualizers. Binnen de groep visualizers onderscheiden zij twee subtypes:

  • object visualizers;
  • spatial visualizers.

Zij constateerden een belangrijk onderscheid. De processen binnen de visuele cognitieve stijl zijn namelijk verschillend:

  • De object visualizer let op vorm en kleur van een object.
  • De spatial visualizer ervaart ruimtelijke eigenschappen zoals de plaats van object in de ruimte en de onderlinge afstanden van het object in de ruimte.

De object visualizer

De object visualizer verwerkt zijn informatie vanuit het geheel, als een beeld.

De spatial visualizer

De spatial visualizer de informatie verwerkt vanuit de analyse van het beeld, als informatie. Kozhevnikov en haar team constateerden dat spatial visualizers voornamelijk bestaan uit wetenschappers en ingenieurs en dat object visualizers voornamelijk bestaan uit beeldende kunstenaars.

Hoe werken beide visuele subsystemen?

Een object visualizer gebruikt beelden om een totaal beeld van een object te construeren.

Een spatial visualizer gebruikt ruimtelijke verbeelding om relaties te ordenen en te analyseren.

De hoogbegaafde te kan worden gezien als spatial visualizer.

De volgende afbeelding geeft een schematische weergave van de cognitieve stijlen.


Ouders van hoogbegaafde kinderen.

Dit blog Hoogbegaafd en school geeft de eerste informatie aan ouders van hoogbegaafde kinderen (of het vermoeden van een hoogbegaafd kind).

Vragen? Mail naar info@bureaubezem.nl

Anneke Bezem

Categorieën